Sustainability clauses in commercial contracts Image

Duurzaamheidsclausules in commerciële contracten

Het behalen van de doelen in het Akkoord van Parijs vraagt om ingrijpende handelingen in het economisch verkeer. De private sector, verantwoordelijk voor een groot deel van de emissies, moet hier dan ook een bijdrage aan leveren. Een ontwikkeling die daarbij reeds naar boven komt is dat bedrijven contractueel hun handelsketen verduurzamen, omdat hierin vaak de grootste emissie risico’s liggen. Daarbij komt de vraag aan het licht of het Nederlandse contractenrecht er op zichzelf tegen opgewassen is om deze duurzaamheidsverplichtingen af te dwingen. Dit artikel zal de twee meest gebruikte vormen, namelijk expliciete clausules en impliciete gebruiken, bespreken in het kader van de regelgeving uit het Burgerlijk Wetboek en Weens Koopverdrag* (hierna: ‘CISG’).

Expliciete duurzaamheidsclausules

Van de eerste soort duurzaamheidsverplichtingen is sprake als er in het contract uitdrukkelijk een verplichting wordt opgenomen in het kader van duurzaamheid. Hierbij gaat het om een ander soort verplichting dan de klassieke clausules in leveringscontracten, omdat (althans niet direct) de belangen van partijen (bijvoorbeeld het type product of de leveringstijd) worden gewaarborgd maar juist externe belangen zoals het milieu of de eerbiediging mensenrechten. Expliciete clausules kunnen bestaan uit een afzonderlijke bepaling in het contract of juist door een verwijzing naar algemene voorwaarden of gedragsregels. Hieronder zal worden besproken hoe dit soort clausules juridisch kunnen worden afgedwongen.

Wij staan altijd klaar voor onze cliënten

Law & More heeft de beschikking over een toegewijd team van meertalige advocaten

CISG

Een eerste mogelijkheid hiertoe is de non-conformiteitsregeling in de CISG. Of goederen niet conformeren aan de duurzaamheidsdoelen van partijen hangt af van wat er contractueel is afgesproken. Op basis van artikel 35 lid 1 CISG moet de verkoper leveren conform de afgesproken kwaliteit, kwantiteit en beschrijving van het contract (wat wordt aangevuld met criteria uit het tweede lid indien hier niets over is afgesproken). Of er sprake is van non-conformiteit hangt dus nadrukkelijk af van de partijafspraken. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van non-conformiteit indien er een duurzame productiemethode is afgesproken en hier vervolgens van wordt afgeweken.

Een andere mogelijkheid is het beëindigen van het contract, waarvoor de CISG een fundamentele tekortkoming vereist ex artikelen 25 en 49 lid 1. Hiervan is meestal sprake als een van de hoofdverplichtingen van het contract niet wordt nageleefd. Of er een fundamentele tekortkoming is, hangt wederom sterk af van de gemaakte afspraken en hoe deze zijn weergegeven in het contract. Ook relevant hierbij zijn de handelswijze van partijen en de mate van voorzienbaarheid van de breuk.

Qua remedies in de naleving van duurzaamheidsclausules geeft de CISG beperkte mogelijkheden. Nakoming is lastig aangezien de fysieke kwaliteit van de goederen doorgaans niet aangetast wordt. Bovendien is het vereiste van voorzienbare schade (artikel 74 CISG) en het daarbij vereiste causale verband moeilijk te voldoen in de meeste schadegevallen bij contractbreuk van duurzaamheidsclausules. Hierbij valt te denken aan reputatieschade of toekomstige verliezen. Bovendien is de mate van immateriële schadevergoeding onduidelijk onder de CISG en moet er een bepaalde zekerheid zijn ten aanzien van toekomstige schade. Uiteraard is dit ook afhankelijk van hoe specifiek en bindend de clausules zijn geformuleerd.

Burgerlijk Wetboek

Ook onder het nationale recht kan non-conformiteit worden ingeroepen (artikel 7:17 BW). Hierbij is het van belang dat reeds voor het afsluiten van het contract de juiste informatie is gevraagd, omdat de non-conformiteit niet al voor het sluiten van het contract bekend had moeten zijn (lid 2). Indien het gaat om een specifiek gebruik waarvan de verkoper op de hoogte is, dan moet hij de koper hiervan op de hoogte te stellen. Net als bij de CISG is wat is afgesproken tussen partijen erg belangrijk. Qua non-conforme productiemethoden is er op dit moment al jurisprudentie over producten die achteraf toch niet biologisch bleken te zijn (zie ECLI:NL:GHSGR:2012:1316).

Het beëindigen van een contract kan als makkelijker gezien worden onder het nationale recht. Volgens artikel 6:265 lid 1 BW geeft iedere (redelijke) tekortkoming in de nakoming de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te beëindigen. Hier is dus geen fundamentele tekortkoming vereist. Daarnaast geeft elke tekortkoming recht op schadevergoeding en worden er meer soorten schade vergoed (zoals reputatieschade ex artikel 6:106 lid 1 onder b BW). Nakoming blijft moeilijk aangezien het nationaal recht nagenoeg dezelfde mogelijkheden biedt als de CISG.

Impliciete gebruiken

Daarnaast kunnen nog impliciete gebruiken een rol spelen. Dit begrip omvat niet zozeer een gedrukte clausule, maar eerder normen en waarden tussen partijen die blijken uit de precontractuele fase en hun handelen daarna. Er kan in deze context ook worden gesproken van een handelsgebruik. Hieronder zullen deze gebruiken wederom worden geïnterpreteerd aan de hand van de CISG en nationaal recht.

CISG

Artikel 8 CISG betreft de interpretatie van contracten, waarbij eerst de duidelijkheid van de intentie en het bewustzijn daarvan aan de zijde van de wederpartij bepalend is. Mocht dit onvoldoende soelaas bieden, dan wordt een subjectieve benadering toegepast: zou een redelijk persoon met dezelfde kwaliteiten in deze omstandigheden de intentie hebben opgevat? Hierbij spelen alle omstandigheden van het geval een rol, waardoor de communicatie over de duurzaamheidsnormen tussen partijen bijzonder belangrijk is. Als een partij een beroep doet op de duurzaamheidsnormen blijkend uit de MVO Code van de website van de andere partij, terwijl deze tijdens de onderhandelingen niet naar boven is gekomen, is de kans klein dat dit als deel van het contract wordt gezien. Dit is anders als hier tijdens de onderhandelingen regelmatig naar is verwezen.

Daarnaast is nog artikel 9 CISG relevant, omdat deze betrekking heeft op (internationale handels)gebruiken. Hiervan kan sprake zijn als partijen over en weer met bepaalde gebruiken akkoord zijn gegaan of een specifiek gebruik als bindend hebben aangemerkt. Daarnaast kunnen partijen ook gebonden zijn door internationale handelsgebruiken als ze hiervan bewust waren of hadden zijn. Als er dus sprake is van dergelijke (internationale handels)gebruiken tussen partijen op het gebied van duurzaamheid, kan dit dus in beginsel als deel van het contract worden gezien.

Burgerlijk Wetboek

Op grond van het nationale recht zou het leerstuk van gerechtvaardigd vertrouwen een uitweg kunnen bieden. Dit werd uitgelegd in de klassieke zaak Haviltex. Hieruit volgt dat de contractrechtelijke verplichtingen en de omissies daarin niet puur tekstueel kunnen worden uitgelegd. Relevant is de betekenis die partijen aan de tekst gaven en wat ze over en weer van elkaar konden verwachten. Dit leidt tot een vergelijkbaar resultaat als het hierboven besproken artikel 8 CISG. Ook vergelijkbaar met de CISG is dat gewoonten van invloed kunnen zijn op de rechtsgevolgen van een contract (artikel 6:248 BW). Daarom kan ook een bepaald gedrag of gebruik op het gebied van duurzaamheid in beginsel onder het contract vallen, naarmate de omstandigheden van het geval zich daartoe lenen.

Conclusie

Op basis van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat op basis van de CISG en nationaal recht, contractuele duurzaamheidsdoelen tussen commerciële partijen slechts afdwingbaar zijn als dat in de wil der partijen ligt. Het is in grote mate afhankelijk van hoe de clausule is geformuleerd, respectievelijk van het gedrag en de gebruiken van partijen mede in het licht van het internationaal handelsverkeer. De bekende uitdrukking: ‘waar een wil is, is een weg’ is hier duidelijk van toepassing.

Bent u ook van plan een duurzaamheidsclausule in uw contract op te nemen en wilt u ervoor zorgen dat deze ook moet worden nageleefd? Of is er achteraf een geschil ontstaan omtrent wat volgens u deel was van de overeenkomst, of in ieder geval daarbuiten duidelijk was afgesproken tussen partijen? Neem dan contact op met Law & More. Ons team is gespecialiseerd in duurzaamheid en contractrecht en beantwoordt graag al uw vragen. Mocht dit nodig zijn, dan geven wij u ook graag advies en bijstand tijdens een juridische procedure.

* Het Weens Koopverdrag is als standaardregeling van toepassing op internationale commerciële contracten met betrekking tot de verkoop van (roerende) zaken tussen partijen wiens onderneming in verschillende staten is gevestigd, wanneer deze staten: (a) contractstaten zijn tot het verdrag of (b) een rechtskeuze is gemaakt voor een contractstaat. Nederland is een contractstaat bij dit verdrag.

Wilt u weten wat Law & More als advocatenkantoor voor u kan betekenen?
Neem dan telefonisch contact op via +31 40 369 06 80 of ga naar de contact pagina voor meer informatie:

Duurzaamheidsrecht