Taxonomieverordening

De Taxonomieverordening

De markt voor groene financiële producten heeft in de afgelopen jaren een enorme groei doorgemaakt. Lange tijd was het echter onzeker of deze producten licht-, donkergroen of zelfs in feite grijs waren. De omvangrijke Taxonomieverordening (Verordening (EU) 2020/852) die in juli 2020 in werking is getreden tracht de transparantie binnen deze markt te vergroten door criteria te geven omtrent de bijdrage van economische activiteiten aan milieudoelstellingen. Hoe deze Verordening in elkaar zit en wat de impact hiervan is, wordt uitgelegd in dit artikel.

Criteria voor ecologische duurzaamheid

Hoe de Taxonomieverordening uitwerkt welke economische activiteiten het stempel ‘(ecologisch) duurzaam’ mogen dragen, staat in het kader van een aantal criteria.

(i) Doelstellingen

Ten eerste geeft de Verordening zes doelstellingen op het gebied van klimaat en milieu. Een economische activiteit moet aan tenminste één van deze doelstellingen een substantiële bijdrage leveren. Een bijdrage is substantieel wanneer een bedrijf de voor de activiteit vastgestelde bovengrens haalt of zelfs beter presteert aan de hand van technische screening criteria. De volgende duurzaamheidsdoelstellingen worden in dit kader gehanteerd:

  1. de bestrijding van klimaatverandering (klimaatmitigatie);
  2. de aanpassing aan klimaatverandering (klimaatadaptatie);
  3. het duurzaam gebruik en de bescherming van hydrologische en marine hulpbronnen (water);
  4. de overgang naar een circulaire economie die zowel afvalpreventie als recycling omvat (circulaire economie);
  5. de preventie en bestrijding van verontreiniging (vervuilingsbeheersing); en
  6. de bescherming van gezonde ecosystemen (biodiversiteit).

Van de bovenstaande doelstellingen treden de eerste twee (klimaatmitigatie en -adaptatie) in januari 2022 in werking. De laatste vier doelstellingen (water, circulaire economie, vervuilingsbeheersing en biodiversiteit) treden op 1 januari 2023 in werking.

(ii) Do no significant harm

Als er sprake is van een substantiële bijdrage aan één of meerdere doelstellingen geldt een tweede criterium: do no significant harm. Dit criterium houdt in dat de economische activiteit geen significante schade toebrengt aan de andere doelstellingen. Bouwwerken die bijvoorbeeld bijdragen aan klimaatmitigatie en -adaptatie zijn bijvoorbeeld niet ecologisch duurzaam indien deze een grote impact hebben op de biodiversiteit of verontreinigend zijn.

(iii) Sociale minimum standaarden

Hoewel de bovenstaande doelstellingen een invulling geven aan ecologische duurzaamheid en (nog) niet zozeer aan sociale en governance aspecten, staan in het derde criterium sociale minimum standaarden centraal. Initieel werd voorgesteld om hierbij rekening te houden met de Verklaring  van Internationale Arbeidsorganisatie inzake de fundamentele beginselen en rechten op het werk. Hieronder vallen de standaard arbeidsrechten zoals het voorkomen van arbeid onder dwang, de vrijheid van vereniging, het recht van werknemers om zich te organiseren en collectief te onderhandelen, gelijk salaris voor mannen en vrouwen en preventie van kinderarbeid. Uiteindelijk is het toepassingsbereik uitgebreid met ook de OECD Guidelines for Multinational Enterprices, de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en de International Bill of Human Rights. Hierdoor is een breed scala van sociale bepalingen van toepassing op de beoordeling van de duurzaamheid van economische activiteiten.

(iv) Technische screening criteria

In feite biedt de Taxonomieverordening met bovenstaande criteria al een breed kader om economische activiteiten te beoordelen. Echter kan de invulling van deze criteria per economische activiteit verschillen. Om een grondig beoordelingskader te bieden zijn daardoor de technische screening criteria in het leven geroepen welke de Commissie ontwikkelt in gedelegeerde handelingen. Deze criteria bieden dus geen apart criterium op zichzelf, maar specificeren hoe bovenstaande criteria moeten worden ingevuld per economische activiteit. Deze criteria zijn onder andere gebaseerd op wetenschappelijke gegevens en bestaande marktpraktijken en kunnen in de loop der tijd worden gewijzigd of worden aangevuld.

Soorten economische activiteiten

Naast de bovenstaande criteria zet de Taxonomieverordening ook verschillende typen economische activiteiten uiteen die aan de criteria kunnen voldoen. De volgende activiteiten worden gezien als in overeenstemming met de verordening:

  1. Koolstofarme activiteiten: activiteiten die lage broeikasgasemissies hebben zoals transport, energieproductie en herbebossing.
  2. Ondersteunende activiteiten: activiteiten die leiden tot reducties in broeikasgassen van andere economische activiteiten. Deze activiteiten mogen er niet voor zorgen dat er een lock-in wordt gecreëerd die de milieudoelstellingen op de lange termijn ondermijnen en ze moeten een positief effect hebben op het milieu op basis van hun levensduur. Bijvoorbeeld het bouwen van windturbines of het produceren A+++ huishoudelijke apparatuur.
  3. Transitie-activiteiten: activiteiten die aanzienlijk lagere broeikasgasemissies hebben dan het gemiddelde in de sector of bedrijfstak, welke ook een lock-in moeten voorkomen in koolstof intensieve activa of processen. Hierbij valt te denken aan renovatie van gebouwen of het produceren van cement.

Impact

In combinatie met de Sustainable Finance Disclosure Regulation (‘SFDR’) moeten financiële marktdeelnemers – zoals banken, fondsbeheerders, verzekeraars, bepaalde pensioenaanbieders en beleggingsondernemingen –  bekend maken in hoeverre hun financiële producten investeringen in duurzame economische activiteiten bevatten op grond van de criteria van de Taxonomieverordening. Deze informatie moet breed bekend worden gemaakt in onder andere fondsprospectussen, periodieke rapporten, beleggersinformatie en jaarverslagen. Ook buiten de financiële sector vindt de Taxonomieverordening zijn toepassing. Ondernemingen die moeten rapporteren over niet-financiële informatie onder de Non-Financial Reporting Directive (‘NFRD’) en de toekomstige Corporate Sustainability Reporting Directive (‘CSRD’) zullen aan de had van de Verordening moeten beoordelen of hun economische activiteiten duurzaam zijn. Bovendien zullen financiële instellingen ook veeleisender zijn ten aanzien van de transparantie omtrent de economische activiteiten van de ondernemingen die zij financieren. Daarom zal de Taxonomieverordening ook een impact hebben op de kredietwaardigheid van ondernemingen.

In dit artikel heb je kunnen lezen dat de Taxonomieverordening een omvangrijk juridisch kader biedt met als doel het vergroten van informatie omtrent duurzaamheid van economische activiteiten op de markt. Deze Verordening zal zowel binnen de financiële sector impact hebben als daarbuiten. Heb je vragen over de Taxonomieverordeningen en de specifieke impact daarvan op jouw onderneming? Neem dan contact op met Law & More. Onze advocaten zijn gespecialiseerd in duurzaam ondernemen en helpen je graag verder!

Duurzaamheidsrecht